Hoewel het op nauwelijks drie kwartier rijden is vanaf Oost-Groningen weten maar weinig mensen van de concentratie- en strafkampen die er in het Emsland, vlak over de grens waren.
De kampen waren verspreid over verschillende plaatsen en dienden als een soort “afvoerputje” voor alle mensen die volgens het Nationaal Socialistische idee niet in de samenleving thuis hoorden. Zoals communisten, zigeuners, homoseksuelen, Jehovagetuigen, kritische schrijvers etcetera. Later werden er ook krijgs- gevangenen ondergebracht.
Hoewel het geen echte vernietigingskampen waren, zijn er toch enorm veel mensen gestorven. Door het langdurige zware werk in het veen en ook door ondervoeding.
Er gaan verhalen dat de Russische krijgs- gevangenen zo weinig te eten kregen, dat ze uit pure honger gras gingen eten. In totaal zijn er zo’n 80.000 mensen in de kampen onder- gebracht, waarvan er uiteindelijk circa 10.000
de oorlog niet hebben overleefd.
In Esterwegen is een groot herinneringscentrum aan deze kampen, waar veel documentatie te vinden is en een grote maquette van het terrein.
De echte barakken zijn direct na de oorlog weggehaald, men wilde niet aan de voorbije periode worden herinnerd, en misschien had men de materialen gewoon nodig voor de wederopbouw van het land.
Als je er nu komt is het een parkachtig terrein met kunstobjecten dat bijna de suggestie van een groot rustig natuurkerkhof oproept.
De foto bij dit artikel heb ik gemaakt in het stiltecentrum in het klooster naast het herinneringscentrum.
Het stiltecentrum kent drie erg sobere ruimtes, waarvan met name het kruis op mij veel indruk maakte.
Net als dit kruis zijn alle houten elementen in het gebouw gemaakt van bomen die in de oorlog “gesneuveld” zijn.
In het hout zit een granaatscherf en de kunstenaar heeft deze beschadigde plek bewust gekozen als een bloedend hart in het midden van het kruis. Het sprak me erg aan, omdat het niet alleen door het hart herinnert aan alle verschrikkelijke dingen die er gebeurd zijn en nog steeds gebeuren, maar ook omdat de ruimte onder het rechterdeel van de dwarsbalk me deed denken aan een uitgestrekte arm waaronder je kunt schuilen en troost kunt vinden.
En zo’n plek hebben we allemaal nodig.
Rita Arends