OVERWEGING SACRAMENTENDAG 21-22 JUNI 2025

 

Genesis 14, 18-20; 1 Korintiërs 11,23-26; Lucas 9, 11b-17  

Het kan u niet ontgaan zijn dat de synthetische week de grote NAVO-top in Den Haag plaats vindt. En natuurlijk gaan de meeste gesprekken over veiligheid, over de kosten en misschien nog over wegafsluitingen – niet echt onbelangrijk maar tóch, uiteindelijk spelen we hier als klein Nederland waarschijnlijk een belangrijke rol op het grote wereldtoneel… en het gaat wel ergens over: er komen in totaal zo’n 9000 mensen: 45 staatshoofden en regeringsleiders, 45 ministers van Buitenlandse Zaken en 45 ministers van Defensie en ongeveer 6000 mensen die verschillende bondgenoten van de NAVO vertegenwoordigers. Verder nog zo’n 2000 nationale en internationale journalisten. Getallen… ze maken indruk. Net als de getallen in het zo bekende evangelie van deze dag: de wonderbare broodvermenigvuldiging: 5 broden, 2 vissen, 12 korven over en dat met zo’n 5000 mensen: dit evangelie is zo belangrijk dat het in de Bijbel wel 6x opgeschreven staat. ‘n Klein verhaal in groot geheel. Een klein land, veel mensen…. Dat zien we ook vóór ons: Een grote groep, weinig eten.… Je zult ze de H. Communie moeten geven… met onze kleine doosjes…

Jezus zegt doodleuk: “geven jullie hen maar te eten”…

Nou, durven onze moeders zeggen: dan heeft Jezus nog nooit boodschappen gedaan zeker, hallo… 5000 daar, 9000 hier. En in die 2 dagen NAVO-TOP zijn dan blijven met staatshoofden, met regeringsleiders, met ministers; gesprekken tussen landen en organisaties; persconferenties en natuurlijk diners. Ga er maar aan staan…

  Het is vandaag Sacramentendag – en dan denken we aan het Sacrament van de Eucharistie, wat dit voor ons betekent – ​​dat klein beetje brood voor ons geautoriseerd zoals we met een klein doosje naar zieken gaan, hóé kunnen we met zo’n klein beetje brood het geloof van mensen wereldwijde voeding?

En we stuiten op Abraham in de eerste lezing – hij is het die zijn vertrouwde omgeving heeft verlaten, zijn familie, zijn land. Toen God hem riep, is hij op weg gegaan naar nieuw land, een land van melk en honen, van belofte… Abrahams tocht gaat niet over rozen, hij moet door de woestijn. Hij ontmoet tegenslag, de weerbarstige natuur, stamhoofden die hem er niet door willen laten. Het beloofde land lijkt ver. En dan ineens onderweg, midden op zijn tocht, staat daar op een heuvel Melchisédek, de koning van gerechtigheid, die uit het niets opdoen en met brood en met wijn in de woestijn als zegen is van de Allerhoogste. Het beloofde land is ver weg, en toch is God in Melchisédek met brood en wijn aanwezig. Als je denkt: hoe rood zijn we? Hoe komen we erdoor? Dan is Gods zegen de redding. Je ziet God niet, Hij is er.

Ook Paulus in de tweede lezing geeft aan dat brood en wijn heil en redding blijkt als ze opgelost worden, als ze van God komen, zoals wij dat ervaren in de Eucharistie. Die zegen maakt het verschil – zoals wij in onze kerken goed logisch wat geconsacreerd en niet geconsacreerd is…. En als de 5000 mensen in het evangelie verdeeld zijn in groepen spreekt Jezus de zegen uit over broden en vissen, met de ogen opgeslagen naar de hemel (God). Het gaat uiteindelijk niet om het brood, het gaat om God. Wij zijn maar bezig met tellen en met de vraag ‘hoe kunnen we dat? En met de woorden: we hebben maar 5 broden en 2 vissen’, komen we niet uit bij beroemde koks die zelfs brood en vis bij-bakken maar we komen uit bij God, bij geloof, overgave, inzet, delen. Als we de beelden van Gaza zien, hongerige kinderen, de opstoppingen bij de voedsel-verdeelplaatsen, zien we hoe mensen het volhouden op geloof. God zie je niet, Hij is er, zoals wij dat ook hebben ervaren in de Communie, dat kleine stukje brood.

We vergeten zo vaak ons dagelijks leven te koppelen aan God… als een beroep op ons wordt gedaan, is vaak het antwoord: ‘We hebben maar weinig tijd.’ ‘We hebben onze eigen zorgen.’ ‘We hebben niet genoeg geld om zomaar …. ‘We hebben de moed niet om daaraan te beginnen.’ ‘We hebben máár 5 broden en 2 vissen’, zeggen de apostelen, in de hoop dat Jezus zal zeggen: ‘je hebt gelijk, dat is veel te weinig.’ Jij bent klein, ik ben groot. Maar dat zegt Jezus niet.

Hij vraagt ​​geen dingen die we niet aan kunnen omdat we te klein , te druk, te oud, te moe, te arm, te ik-weet-niet-wat-allemaal zijn; Hij vraagt ​​goedheid, hulpvaardigheid, gebed, nederigheid, respect, Hij vraagt ​​te geven om anderen gelukkig en de wereld leefbaar maken. Totzegen te zijn. Daar precies is elke NAVO-top voor bedoeld maar ook elke maaltijd.

In een wereld waar nog steeds honger heerst, oorlog is, onderdrukking, leugen, machtsmisbruik en bedrog, daar is Jezus norm’: ‘Geef jij hun maar te eten.’

Met andere woorden: ‘Wees niet onverschillig. Je bent nooit te klein , je hebt nooit te weinig. Reageer vanuit je vertrouwen, want God is je altijd nabij.’

Sacramentendag is vóór alles een dag van geboden, van uitdragen, gezonden zijn.

Wij ontvangen Jezus, en wij dragen Hem uit in ons leven. We spannen ons in om te zijn zoals Hij: wij kunnen als kleine mensjes een teken van zijn liefde, een werktuig van vrede, een bron van vergeving, van barmhartigheid, van inzet voor onze naasten en voor de aarde. In het evangelie gehoord leiden we dat ‘geven’ tot een overschot van roest, van geluk, van vrede, van meevoelen en meeleven. Laten we dus niet blijven hangen in ‘We hebben maar’, ‘we zijn maar’, want in Jezus’ handen is ‘maar’ meer dan genoeg. We hebben maar een klein beetje moed, een klein beetje geloof, een klein overschot nodig … dat is genoeg, want met dat beetje kan Jezus, kan God grote dingen doen. Amen.

Pastoor Nellie Hamersma