De Norbertijnse historie in Groningen

In Menterwolde (Nieuw Wolda) stond het klooster ‘Campus Silvae’ (Boskamp) rond 1220. Het was een van oorsprong Bendictijner dubbelklooster (monniken en nonnen). Daarna werden de nonnen gescheiden van de monniken en vestigden zij zich in 1259 in Midwolda. Na een overstroming in 1299 vestigden de monniken zich in Termunten.

In Schildwolde stond een dubbelklooster met de naam ‘Gratia Sanctae Mariae’ (1204) en telde volgens overlevering in 1290 180 bewoners.

Graaf Adolf van Nassau Heiligerlee

Standbeeld Graaf Adolf van Nassau te Heiligerlee.
Bron: Dorp Heiligerlee

Het nonnenklooster Mons Sinaï werd omstreeks 1204 gesticht te Oosterlee of Asterlo, later Heiligerlee geheten, tussen de buurtschappen Kloosterholt (Winsewida) en Westerlee. Het was een dochterklooster van de premonstratenzerabdij te Schildwolde. In 1290 zou het klooster 180 inwoners hebben gehad. Het bezat ongeveer 1470 hectare cultuurgrond. Het bezat parochierechten te Westerlee en voorwerken te Westerlee (De Smacht), Zuidbroek (Grangsheerd), verder veenderijen in de omgeving van Winschoten. Volgens Siemens behoorde ook het voorwerk Lesterhuis bij Borgsweer tot de kloostergoederen; dat berust echter vermoedelijk op een misverstand. Aangenomen wordt dat de naam Oosterlee verwijst naar een rivier(tje) of lee ten zuiden van het klooster, waarmee mogelijk de Rensel wordt bedoeld. Op de gronden van het klooster vond in 1568 de Slag bij Heiligerlee plaats, waarbij Graaf Adolf van Nassau de dood vond. Zijn dood wordt aangehaald in het vierde couplet van het Nederlands volkslied, het Wilhelmus.

Het klooster Mariagenade of Gratia Sanctae Mariae werd gesticht in 1204 als dubbelklooster, later werd het een nonnenklooster. In 1290 zou het klooster 180 bewoners hebben gehad. Het bezat ongeveer 530 ha. cultuurgrond en verder veenderijen in Zuid Oost Groningen. De voorwerken lagen onder andere aan de Graauwedijk te Overschild (1470 Witte Munchuijs, nu Klein-Transvaal) en mogelijk te Hoeksmeer, Eenum (Luppingahuizen) en Ter Apel (tot 1458). Het recht op de halve pastoorsplaats van Schildwolde ging in 1224 verloren. De abt had tevens de leiding van het Woldzijlvest.

Ook abt Emo, van de abt Emostichting van ons bisdom behoorde tot de Norbertijner kloosterorde en mocht na zijn bezoek aan de stad Rome, door een vervelende ruzie met een plaatselijke landheer, het klooster De Bloemhof in het Groningse Wittewierum stichten.

Bronvermelding

  • Vita s. Norberti A (Engels)
  • Acta Sanctorum Juni I met Vita B en omvangrijke Latijnse teksten vanaf S. 804, Faksimile bei Gallica, PDF
  • Grauwen, W. (1984). Het leven van heer Norbert aartsbisschop van Maagdenburg. Vita Norberti A. Averbode: Analaecta Praemontsratensia XIV-114 pp
  • Grauwen, W. (1988). Norbertus, aartsbisschop van Maagdenburg (1126-1134). Brussel: Paleis der Academiën
  • Grauwen, W. (1990). Over het ontstaan en de groei van de Premonstratenzers. Vita Norberti B. Averbode: Analaecta Praemontsratensia 212 pp
  • Hurk O. Praem., A.W. van den. (1984). Norbertus van Gennep en zijn Orde. Averbode/Apeldoorn
  • Kramer, B. (2005). Norbert van Gennep. In: Berne, jaargang 58 nr. 1,2,3,4,5. Heeswijk: Abdij van Berne
  • Nissen, P. (2009). Norbertus van Gennep, Godzoeker in tijden van verandering. Heeswijk: Uitgeverij Abdij van Berne
  • Vossenberg, Th. en Meerendonk, L. (2007). De geest die ons beweegt. Over Norbert en de norbertijnen. Kampen: Uitgeverij Ten Have

Externe links

Deel dit artikel