Handelingen 122, 1-11; 2 Timotheüs 4,6-8.17-18; Mattheüs 16. 13-19 helm, zwaard
Het kan u niet ontgaan zijn: het ging deze week in de wereld, echt overal, maar zeker ook in Den Haag en in veel gesprekken eigenlijk over niets anders dan over ‘defensie’ – verdediging: defensie-uitgaven, 2%, 3 ½ %, 5 %. Hoe gaan we de komende jaren als wereldbevolking, als Europa en als land ‘ons verdedigen’ tegen gevaar, geweld, tegen de macht van de grote ander? Hoe stralen we de kracht uit en veiligheid zodat zelfs niemand de moed heeft ons aan te vallen? De inmiddels veelbesproken NAVO-top heeft iets teweeggebracht en éénheid is daarbij een toverwoord. Samen sterk. Het is heel erg dat het op zoveel plaatsen op de wereld alleen maar gaat over strijd, alsof wonen op de aardbol alleen maar een kwestie is van aanvallen en verdedigen: het zwaard uit, aanvallen, helm op, verdedigen – alsof er altijd een aanvaller om de hoek staat – en dát nadat we 80 jaar bevrijding vierden en hard riepen: “oorlog, dat nooit meer!”
‘t Is precies wat we NIET willen – niet investeren in oorlog maar in vrede, maar de huidige wereld zit zo in elkaar.
‘t Is gek: alle 3 lezingen op dit feest van Petrus & Paulus gaan over strijd – alsof er in 20 eeuwen christendom niets veranderd is.
Zowel in de 1e als de 2e lezing, het boek Handelingen en de brief van Paulus aan Timótheus spelen in de gevangenis: het resultaat van strijd: Beide sterke mannen Petrus en Paulus krijgen zichzelf niet goed verdedigd: De kleinzoon van koning Herodes laat Petrus als leider van de gemeente van Jeruzalem gevangenzetten. Toen al waren er in het Jodendom partijen in strijd: Farizeeën- Sadduceeën. Dit spannende Petrus-verhaal vertelt dat God zijn mensen verdedigt door een ‘engel’. Er vindt een bevrijding op Pesach/ Joodse Paasfeest plaats, gesymboliseerd door kettingen die van Petrus afvielen: het klinkt als keti koti, herinnering aan de afschaffing van de slavernij die rond 1 juli wereldwijd herdacht wordt. Petrus had kunnen zingen: Ik weet nu dat er een engelbewaarder bestaat.
Paulus-in-de-strijd getuigt van veel geloof: Hij zegt: de Heer heeft mij terzijde gestaan – Hij blijft mij beschermen tegen boze aanslagen.
Ook hij ervaart Gods engelbewaarder als de helm die hem verdedigt.
Het Evangelie is bekend: Jij, Petrus, op deze rots…’ Petrus mag Gods Kerk bouwen, hij krijgt er zelfs de sleutels van: een symbolisch gebaar dat Koning David al ooit ontving en doorgaf en dat ná Petrus altijd de taak is gebleven van de bisschop van Rome, de paus. Beschermen, scheidsrechteren, verdedigen, de eenheid bewaren, mét Petrus blijven zeggen: U bent de Christus, de Heer, aan U houden wij als kerk elkaar vast, in goede en kwade dagen, in het vertrouwen dat Gods engelbewaarder ons beschermt, ons verdedigt, ons laat volhouden. Petrus en Paulus –strijdbare figuren uit de kerkgeschiedenis: De één wat verdedigender, Petrus, de ander aanvallender, Paulus. Wie waren het eigenlijk?
Petrus, die als gewone naam Simon droeg, is de eenvoudige visser, die in het dorpje Kafarnaüm leefde. Hij had weinig scholing, had het vissen van zijn vader geleerd en ging regelmatig naar de synagoge. Hij was getrouwd (hij had immers een schoonmoeder) en was een wat snelle spreker. Paulus, die als gewone naam Saul droeg, is meer een geleerde die uit ‘n plaatsje in Zuid-Turkije: Tarsis kwam. Al jong ging hij naar Jeruzalem om Wet en Geschriften te bestuderen. Hij wordt Schriftgeleerde, heeft moeite met Jezus. 2 Mannen: totaal verschillende achtergronden. Wat heeft hen geïnspireerd? Simon is door Jezus aangesproken tijdens het vissen. Petrus/ Steenrots werd hij genoemd. Jezus vertrouwt hem en wil hem zijn werk overlaten. Saul was eerst een fanatiek christenhater, zag in de eerste christenen een aanval op het geloof van zijn voorvaderen en een gevaar voor het jodendom. Op weg naar Damascus wordt hij, door een Lichtflits van zijn paard geduwd. Hij ervaart daarin een teken van God dat hij op de verkeerde weg zit. Vanuit dit nieuwe inzicht wordt hij een vurig verkondiger van Jezus’ leer. Petrus-Paulus. Totaal verschillend en toch zijn ze samen de steunpilaren van onze Kerk. Petrus als herder voor de kudde, Paulus als missionaris, onvermoeibaar beiden, allemaal voor Christus.
Beste Norbertus-parochianen en gasten, onze kerken heten niet naar Petrus en Paulus, maar wij herkennen in 2025 veel van hen: het verdedigen van het ons geschonken erfgoed, ons diepe geloof, onze kerkgebouwen, onze heel eigen traditie als geloofsgemeenschappen van Oude en Nieuwe Pekela, Veendam, Sappemeer en Winschoten, we herkennen ook de verdeeldheid die er af en toe is, het niet eens zijn over hoe zaken gaan. Maar de éénheid die we als wereld op de NAVO-top, als Kerk van Rome en als gemeenschap hier in Oost-Groningen willen uitstralen is belangrijker dan al die kleine verschilletjes – uiteindelijk gaat het om wat je óver hebt voor God in je leven – hoe maak je tijd voor God? Wat doe je om Jezus toch na te volgen? Van Petrus en Paulus weten we dat ze hun leven hebben gegeven in Rome: Petrus werd gekruisigd, volgens overlevering met het hoofd naar beneden, uit nederigheid, hij wilde Jezus niet evenaren. Paulus werd onthoofd, als Romeins burger. Ze stierven voor Jezus. Sterke voorbeelden. Nee, met veel nadruk zou ik willen zeggen dat wij geen helm of zwaard nodig hebben in onze kerken – integendeel – niemand hoeft zich te verdedigen, niemand heeft reden om aan te vallen, wat we willen is strijden voor die eenheid van geloof in ons gebied, waar niet alleen de kerk het moeilijk heeft maar ook de samenleving, de economie, de zorg…
Wat ik hier ervaar is dat elke geloofsgemeenschap ontelbare engelen heeft die ontzettend veel overhebben voor hun kerk, voor hun gemeenschap, voor een naaste… Dat is misschien wel onze dubbele hoofdtaak naar de toekomst toe: herder zijn als Petrus, missionaris als Paulus, opkomen voor ons geloof het bewaren en doorgeven, zoals Petrus en Paulus dat deden.
Opkomen ook voor elkaar, elkaar helpen als koorleden, kosters, koffieschenkers, als lectoren, misdienaars en acolieten, als sjouwers en schoonmakers, als bidders en doeners. Defensie voor ons als Norbertus betekent op deze zondag voor de vakantietijd: opkomen voor elkaar ook als locaties, samen de klappen opvangen als dat nodig is, ongeacht groot of klein, arm of rijk. Samen sterk.
Dat we zó de toekomst in kunnen, met vertrouwen in God die met zijn engelbewaarders nooit vakantie neemt en ons echt nooit in de steek laat.
Ik wens u een mooie zomer toe. Amen.
Pastor Nellie Hamersma