Prediker 1,2;2,21-23; Colossenzen 3, 1-5.9-11; Lucas 12, 13-21
We schrijven de zomer van 2025 – en terwijl er, ook in de zomer, hard wordt gewerkt zowel binnen als buiten door velen, toch leent de zomer zich altijd voor wat bezinning op werk en vrije tijd- de laatste ¾ eeuw is er meer vrije tijd gekomen en voor iedereen is deze tijd dan ook een tijd geworden van vragen stellen: Waar zijn we mee bezig? Wat vinden we belangrijk? Waardoor laten we ons leiden? Waaraan hechten we het meest belang? Is het toch eerst aan geld, aan eigendom, aan goed eten en drinken, aan eerst materiële dingen?
Te zien aan de bagages die deze weken meegaan op luchthavens en in auto’s de grens over, kunnen we niet zeggen dat we ‘spullen’ niet belangrijk vinden…
Tegelijkertijd: Als ‘t om werk-en-vrije tijd gaat, is ‘t voor iedereen altijd zoeken naar een gezond evenwicht: zit er alleen ‘gereedschap’ in onze koffer, is werken onze enige focus, of is ook een goed boek of een spel in de koffer van elke dag?
Daar zijn geen regels voor… daarom drukken zowel de eerste lezing als het evangelie ons vandaag met de neus op de feiten: niet wat we allemaal bezitten, is ‘t belangrijkste, wel wie we zijn voor God en voor elkaar.
De oneliner van Shakespeare zegt ‘t mooi: to be or not to be, that’s the question!
En toen ooit aan de Boeddhistische Dalai Lama gevraagd werd, wat hem het meest verbaasde aan de mensheid, toen antwoordde hij: De mens zelf verbaast me, omdat hij zijn gezondheid opoffert om geld te verdienen. Daarna offert hij zijn geld op om zijn gezondheid te herstellen. De mens is zo bezorgd over de toekomst dat hij geen plezier beleeft in het heden. Met als resultaat dat de mens niet in het heden leeft en niet in de toekomst, de mens leeft alsof hij nooit sterft maar hij gaat dood zonder echt geleefd te hebben. Het is bijna tegeltjeswijsheid.
De vraag is toch: wat is in het koffertje van ons leven toch het belangrijkste? Het evangelie is er duidelijk over: De man die zich een reusachtige graanschuur wilde bouwen, dacht alleen aan zichzelf. Hij sprak ook alleen met zichzelf. ‘Ik zal dit doen, ik zal dat doen, en ik zal tegen mezelf zeggen: Man, je hebt een grote rijkdom opgebouwd. Doe niets meer en geniet ervan.’ Jezus vandaag nodigt ons uit om anders naar onze levenskoffer te kijken en naar wat ons gegeven is: ons gezin, onze familie, de natuur, de wereld. Niet WIJ hebben de koffer gevuld, het meeste is ons geschonken.
We schrijven de zomer van 2025: en natuurlijk klagen we over het weer: dat doen we als het 30 graden is, dan doen we bij regen… och, we moeten wat.
Maar de echte vraag die ertoe doet, stelt Prediker: die zich als wijsheidsleraar eind 3e eeuw voor Christus, toen het woord ‘vakantie’ nog niet bestond, al de vraag stelde: Wat heeft een mens aan al zijn zwoegen en tobben onder de zon? Waar doe je het allemaal voor? “Niets” vult hij zelf als antwoord in. Immers: in Gods schepping is geen systeem te ontdekken.
Je kunt maar beter genieten, zegt hij. “Alles is ijdelheid’: alles is maar ‘een pluisje’ een ademtocht, een vleugje wind, leegte… alles gaat voorbij, alles is relatief, het leven is vluchtig… Hij zet dan wijsheid tegenover dwaasheid: dwaas als je alleen maar met je koffer loopt te sjouwen, wijs als je om je heen kijkt en ziet hoe rijk je bent als je gezond bent, als je kunt liefhebben, als je kúnt werken, als je God kent.
Paulus zegt dan ook in de 2e lezing: als je gedoopt bent, probeer daarnaar te leven: Richt je niet te veel op het aardse maar op het hemelse… hoe? Houd je ver van dingen die je aardse leven kunnen bederven… drift, hebzucht enz.
Ze wégen maar in je koffer en je hebt er niets aan.
In het evangelie gaat het over dat sjouwen: Jezus zegt: je kunt veel bezitten, je LEVEN bezit je niet. Bezit voegt uiteindelijk geen el aan je leven toe: je kunt je rijkdom in je koffer meesjouwen over Europese of wereldgrenzen maar niet over de grens van het leven…de kunst is om je levenstijd op aarde te waarderen en wijs in te vullen.
Daarom zeggen we in dit jaar 2025: We zijn pelgrims van hoop… onderweg, sommigen aan het werk, anderen vrij, soms met zware koffers, soms met een rugzak maar het gaat niet om hoeveel je in je koffer hebt maar hoe je omgaat met geld en goed en waar je je hoop op stelt. De grenzeloze zoektocht in onze tijd naar materiëel en rijkdom is vaak een bron van rusteloosheid, van wanhoop, van kunnen verliezen, zelfs van oorlogen. Zoveel oorlogen beginnen uit hebzucht.
Rusland lijkt door te gaan tot Oekraïne capituleert – Israël wil Gaza van de kaart vegen: hebzucht, macht, niéts meer dan dat. Kennelijk wil men álles.
En als men het heeft, dan is men tienduizenden doden, gewonden, weeskinderen en rouwende mensen verder en heeft men nog niets. Hébben is leeg, is niets.
In het evangelie valt het woord ‘dwaas’ en er is ook geen ander woord voor. Alles willen verkrijgen voor de toekomst, is voorbijgaan aan het nu:
Eigenlijk geeft Jezus in het evangelie ons een cursus in het leven in het NU: ‘wat heb je aan schatten die je voor jezelf verzamelt en niet voor God.’ En schatten verzamelen voor God, dat is: zien wat echt kostbaar is, rijkdom die niet vergaat. We schrijven de zomer van 2025 en Prediker uit de eerste lezing, zit naast ons in de kerkbank en zegt ons: denk maar aan wat je ontvangt, wat je nu, op dit moment, in deze stilte ontvangt.
De kunst is: zó te leven en te genieten omdat je wéét dat het eindig is. Dat zijn de schatten van God. Dat is rust, liefde, hoop, tevredenheid, vrede in je hart. Die wegen niets in je koffer, die hoeven we voor God niet te verzamelen, want God verzamelt ze voor ons. Amen.
Nellie Hamersma