
Maleachi 3,19-20a; 2 Thessalonicenzen 3,7-1; Lucas 21, 5-19 kalender
Het is november volop geworden: de natuur en het weer laten sinds vrijdag precies het somberste van dit jaargetijde zien: en het lijkt op de lezingen mee-bewegen: ogenschijnlijk identiek ze naar een ‘einde der tijden’, maar dat doen ze niet. Het lijkt ook op de kalender van de wereld op zijn einde loopt , maar dat is het niet: Ze schetsen wel een beeld van hoe de wereld en de maatschappij zullen zich ontwikkelen.
Jezus schetst een strijd van volk tegen volk, een wereld van aardbevingen, hongersnood en pest, en verschrikkelijke tekening aan de hemel. We zien in de werkelijkheid waarin we leven dat dit geen loze woorden zijn. Oorlogsbeelden van Rusland tegen Oekraïne, van Israël tegen de Palestijnen, van Soedanezen tegen Soedanezen kunnen ons niet ontgaan zijn. Hongersnood en orkanen, nou, nou, nou, nou, waar blijven we met onze woorden van liefde, vrede en gerechtigheid? Onze kalenders naderen het einde, ons kerkelijk jaar ook.
Nee, we zitten in deze somberste tijd van het jaar niet op zulke deprimerende teksten te wachten! Voor veel mensen die veel meemaken of slechte herinneringen hebben aan november, geeft dit aanleiding tot moedeloosheid. We horen van jongeren die mentale klachten hebben, we horen hoe mensen een voltijdbaan niet aankunnen… letterlijk zegt Jezus ook: als U volhardt, zal U uw leven winnen ! Hij zegt de woorden niet om ons tegen de verdrukking in angst aan te bestendigen, maar juist om ons aan te sporen Hem te volgen.
Dus om onze weg naar God te blijven gaan, en niet om onszelf te verliezen op een weg van eigenbelang en onverschilligheid. We kunnen ons vasthouden aan God, Hem toelaten in ons leven, maar het is natuurlijk geen garantie dat we zonder tegenslag, ziekte, lijden of pijn onze laatste kalenderblaadjes zullen halen. Het is wel een garantie dat we niet alleen hoeven zijn. God trekt ons mee. Jezus roept ons op tot trouw en standvastigheid om vanuit ons geloof de hoop op een betere wereld niet op te geven. En dan bedoelen we met een betere wereld niet dat alles maar vanzelf gaat, maar toch aan wat meer vrede en samenhorigheid, wat meer liefde en respect voor medemensen.
In de eerste lezing is aan het woord de beloofde Maleachi – een eigennaam die in het feitelijk ‘mijn boodschapper’ betekent – hij heeft een boodschap voor al degenen die zich goddeloos gedragen. Hij zegt: ” Ze zullen slechts stoppels zijn die door de hitte van de dag worden verschroeid,’ zegt hij. Maar voor hen die God eren zal de zon stralend opgaan.” Hij beschrijft dit met een mooi beeld: een verwilderd stuk landbouwgrond dat volledig wordt afgebrand om al het onkruid zo diepgaand te benadrukken dat het niet opnieuw kan groeien – geen wortel en geen twijgje zal achterblijven –waarna het door als zwartgeblakerde land opnieuw gecultiveerd kan worden. Er wordt een nieuw begin gemaakt: wie God hoog hebben, die worden behouden.
Het is niet zo raar om ons af te vragen, waar we in onze tijd als verbroken, naar verlangen: of we nu al veel of weinig kalenders versleten, geleefd, hebben: Voordat alles verlangen we naar vrede, gerechtigheid, rust en liefde. Maar die komen er pas wanneer het Koninkrijk van God de aarde overneemt. En dat vraagt wat: dat vraagt: volharding, de hoop nooit opgeven .
Laten we duidelijk zijn: Mensen zijn sterk, heel sterk, ook in geloof.
Als je ziet hoe in 80 jaar na de Tweede Wereldoorlog ons land is voltooid, hoe we ons hersteld hebben na de coronatijd, hoe mensen na natuurrampen in het Midden-Oosten of Midden-Amerika hun land weer opbouwen, dan is er altijd hoop. Zolang mensen leven en blijven geloven, is er hoepel!
We zijn nooit machteloze slachtoffers, we hebben altijd, al zijn onze kalenderblaadjes bijna op, iets in te brengen, ieder mens heeft wel iets van volharding en trouw in zich.
Binnenkort begint de Advent. En natuurlijk hoorden we in het evangelie Jezus’ woorden in de Tempel van Jeruzalem, zijn laatste publieke optreden daar voor het lijdensverhaal: Hij doet de onheilspellende mededeling: Van de tempel zal in de toekomst niets overblijven…maar Hij zegt hier: ‘Je ziet in wat voor maatschappij wij leven – de toekomst van ons land zal straks met een nieuwe regering ook veranderen, ook het leven van ons en van onze kinderen, maar twijfelachtig geeft ook perspectief: als iets afbreekt, is er ook weer nieuws iets op te bouwen en tegenslag geeft ook aan om de rug te rechten en de schouders eronder te zetten. En kalenders vragen altijd om nieuwe blaadjes om te slaan, nieuwe kalenders, misschien wel als Sinterklaascadeautjes : er is alle reden om te vertrouwen: als we niet leven los-van-God, maar naar God toe, dan zal Hij met ons een nieuwe tijd, een nieuwe geschiedenis schrijven. Hoe was ook weer de laatste zin van het evangelie? “Door standvastig te zijn, zult je je leven winnen”. Amen.
Pastoor Nellie Hamersma
